Een jaar of twee geleden probeerde ik een granny square vestje te haken. Deze retro revival stijl spreekt me aan: een knipoog naar de jaren '70 - mijn jeugd! maar dan met een modern silhouet.
Maar: dit vestje is totaal ondraagbaar. Jammer, want ik heb er veel werk ingestopt, met lange winteravonden puzzelen als een echte gepensioneerde. Het garen is Isager Merilin, een mooie mengeling van wol en linnen. Dit vest uithalen en wol recupereren is niet echt een optie met al die losse eindjes.
Wat er vermoedelijk misging:
- Te stijve structuur: Gehaakte granny squares zijn vrij stijf. Dat maakt het moeilijk voor het kledingstuk om soepel om je lichaam te vallen.
- Geen of weinig shaping: Granny square-cardigans zijn haast altijd rechte, blokkerige vormen, zelfs als dit schuin geassembleerd is zoals bij dit patroon. Zonder specifieke pasvorm (zoals taillering of schouderronding) gaat dit trekken of onnatuurlijk zitten.
- Ongelijke spanning of verbindingen: op de foto zie je losse eindjes en onafgewerkte verbindingen. Als de vierkantjes niet allemaal exact dezelfde maat zijn of als ze scheef aan elkaar zijn gezet, kan dat leiden tot vervorming of een slecht passende cardigan.
Tijdens de workshop van Soraya (*Yedra Knits*) raakte ik geïnspireerd door de "faux" granny-techniek — gebreide vierkanten met een gehaakte uitstraling. En die workshop deed me dromen: wat als ik een tweede poging waagde voor een gehaakt vestje, maar dan gebreid?
Ik wist dat ik iets lichts wilde. Iets zomers, maar niet saais. Iets dat zou opvallen zonder te schreeuwen. Dus begon ik te spelen met kleuren. Sommige combinaties werkten op het eerste zicht, maar niet op de naald. Andere verrasten me.
Voor dit project heb ik voldoende werkruimte nodig, liefst een tafel waarop ik mijn kleuren goed kan uitstallen. Ik begin met vierkantjes in het oorspronkelijke garen. IJsblauw laat ik weg, en over het medium-roze twijfel ik nog—misschien gebruik ik die kleur als rand rondom de vierkantjes in plaats van erin.
Ik voeg nog wat knal-fuchsia toe, en een restje beige. Uiteindelijk kies ik zes tinten voor de vierkantjes: gebroken wit, oudroze, aubergine, kurkumageel, fuchsia (een wol-katoenmengeling) en een neutraal beige. Het fuchsia springt er duidelijk uit tussen de zachtere tonen – een opvallende keuze, maar misschien juist daarom zo leuk.
Er zijn zóveel mogelijke combinaties dat ik soms blijf schuiven met bolletjes zonder één steek gebreid te hebben. Keuzestress alom! Gelukkig hielpen de dames van mijn lokale stitch’n bitch enthousiast mee. Hun scherpe blik en eerlijke feedback maakten het kiezen niet alleen makkelijker, maar ook een stuk gezelliger. Merci, dames!
Ondertussen zijn de eerste vierkantjes af – en die deel ik in deze post. Over hoe ik ze ga samenstellen tot iets draagbaars ben ik nog wat aan het wikken en wegen. Er zijn zoveel richtingen mogelijk qua vorm, pasvorm en afwerking, dat ik het voorlopig nog even laat sudderen. In de volgende post vertel ik hoe ik het aanpak en welke mogelijkheden ik nog overweeg
No comments:
Post a Comment