Friday, April 26, 2024

mijn Noorse trui

Onze zoon woont in Noorwegen, iets ten zuiden van Oslo. Vorig jaar in mei gingen we daar op bezoek. 


Onderweg in Denemarken was het nog frisjes, gelukkig wel een kalme zee voor de oversteek van Hirtshals naar Kristiansand. 
Voor we naar Oslo verdertrokken  hadden we een huisruil van een week in Grimstad. We verkenden de zuidkust, de Noorse 'riviera'. Buiten seizoen was het daar nog heel kalm en rustig. Gelukkig kwam het zonnetje al wat meer piepen, ideaal om rond te toeren. 

De mooiste uitstap was onze rit naar Lindesnes de vuurtoren op het zuidelijkste puntje van Noorwegen. Van daaruit vertrekken veel campers naar de Noordkaap, een tocht van meer dan tweeduizend kilometer.


Wij bleven in de regio, en bezochten Sjolingstad Uldvarefabrik in Mandal. 


Dit is een oude industriële spinnerij, waar met wol van de plaatselijke schapen nog steeds garen gesponnen wordt op bepaalde dagen. We waren er buiten seizoen, het museum was gesloten. Maar even aanbellen, en de deur ging voor ons open!




Natuurlijk ging er ook een souvenir mee naar huis. Ik vind het altijd moeilijk om te beslissen wat ik zal kopen, maar mijn besluit stond vast: ik wou een Noorse trui breien. Ik heb nog niet veel rood in mijn garderobe, dus ik ging voor een donker wijnrood als hoofdkleur, en nam wat verschillende strengen mee voor de contrastkleuren. Helemaal blij ben ik daar vertrokken. 


Het heeft even geduurd voor ik effectief aan de trui begonnen ben. In de Ravelry groep die ik volg was Skeindeer knits de ontwerper van het kwartaal. Zij is een Noorse die in Londen woont, en heeft ontwerpen die traditioneel geïnspireerd zijn, en toch een moderne toets hebben. Zou ik gaan voor rood met lichtblauw? Of rood met grijs? 

Als patroon koos ik  voor de Otra yoke cardigan.  De Otra is blijkbaar een rivier in Zuid-Noorwegen. En het patroon is simpel, maar met voldoende uitdaging - taillemindering, in het rond breien en dan doorknippen...
Proeflapje rood met blauw vind ik mooi. Het grijs zal ik wel een andere keer gebruiken. Mijn stekenproef is wat losser. Er zijn twaalf maten beschikbaar in het patroon, ik kan dus zonder veel omrekenen één maatje kleiner kiezen en toch de juiste maat breien. 


Je start met de 'yoke'; de ronde pas te breien. En daarna een ontspannend stuk gewoon tricot, ideaal als meeneemproject. En na zes weken is ook dat deel, én de mouwen klaar. 

Het is pas de derde keer dat ik een trui doorknip, en deze derde keer was niet de goede keer. Je versterkt de knipboord met een gehaakt randje, en dan is er geen weg terug, de schaar erin. Oei! Ik heb in het randje geknipt! Oplossing: dit is redelijk ruwe wol die in elkaar 'haakt', en dat versterk ik nog door met wat naaldvilten rond die plek te werken. Ik hoop  dat dit het houdt. Voorlopig ziet het er goed uit. 



Mooie knopen maken een vestje helemaal af. Ik heb hier in Leuven een winkeltje waar ze samen met jou zoeken tot je de juiste knoop gevonden hebt.


Ik ging uiteindelijk voor halve bolletjes in een soort geborsteld staal. 



Ik twijfel nog of ik nog een lintje ga tegennaaien aan de binnenkant van de knooplijst, maar voorlopig laat ik het zo. 


Deze zomer trekken we naar het hoge noorden van Noorwegen, de campers achterna. Misschien dat een Noorse trui daar zelfs in de zomer van pas zal komen. En we eindigen in Oslo, op bezoek bij de zoon, hopelijk terug onder een stralend zonnetje.