Deze zomer bezochten wij het hoge Noorden. We vlogen naar Tromso (via Kopenhagen), om dan door te reizen naar onze eerste huisruilbestemming.
48u in Tromso: hevige regen, dan is het Artic University museum met verschillende tentoonstellingen een goed idee. Ik vond vooral het stuk over de Sami en de zeehondenjacht interessant. Ook geologen en noorderlichtjagers vinden hier hun gading. Natuurlijk deden we wat alle toeristen doen, de ijskathedraal en de kabellift. En een klein jazzconcert om 5u ‘s namiddags moet ook kunnen.
We namen de ‘gewone’ boot van Tromso naar Harstad, openbaar vervoer voor de Noren (toeristen nemen de Hurtigruten pakketboot). In Harstad stond de auto van onze huisruilgastvrouw op ons te wachten, open, de sleutels lagen erin. Dat kan hier zomaar.Tip van onze huisruilgastvrouw: de 'gemakkelijke' hike rond Keipen. We staken wat af tussen de sportieve Noorse families, maar we bereikten toch de top, met wijdse vergezichten als beloning.
Gezien de weersomstandigheden hebben we de 'gevorderde' hike dan maar overgeslagen. We hielden het op een klein museumpje over het harde vissersleven, en bezoek aan een galerij van een kunstenaar die dit allemaal in beeld bracht. En qua avontuurlijk eten heb ik me gewaagd aan gebakken tong van kabeljauw.
Onze tocht bracht ons daarna naar Bodo, culturele hoofdstad van Europa in 2024. De drie uur durende overtocht was woelig. Een deel van de passagiers was zeeziek, gelukkig had ik mijn beste zeebenen bovengehaald voor de overtocht. (Niet te veel naar de op- en neerslaande boeg van het schip kijken is al een tip).
Maar we waren vooral gekomen om samen met het gezin onze 40-jarige huwelijksverjaardag te vieren. De zoon woont in de buurt van Fredrikstad, en heeft ons rondgeleid op het oude fort. En natuurlijk moesten we zijn nieuwe woonplaats gaan bezichtigen. Alleen is het niet duidelijk hoe lang hij nog in Noorwegen blijft. Misschien bezoeken we hem volgend jaar in de US ...
Mijn reisprojecten: twee en een half paar groene sokken voor het goede doel. Met restjes geraak je een heel eind, en natuurlijk moest ik ook de plaatselijke sokkenwol uitproberen.